Home » Archief » Geen ruimte voor renegaten


[23.10.2010]

Geen ruimte voor renegaten

Thaddeus Russell

Vijf jaar geleden had ik alle reden te geloven dat mijn baan als universitair docent Geschiedkunde aan Barnard College (NY) gewaarborgd was. Ik had er vier jaar lesgegeven, mijn proefschrift was gepubliceerd bij een grote uitgever, en omdat ik de omvang van de klassen voor de inleidingscursus ‘Geschiedenis van de VS’ en in de studierichting Amerikanistiek had verdrievoudigd, vertrouwden collega’s me toe dat ze “geschokt zouden zijn” als ik niet bevorderd zou worden met een carrièrepad naar een vaste aanstelling als hoogleraar.

Maar dat was voordat mijn collega’s wisten wat ik nu eigenlijk doceerde.

Ik ben altijd een buitenbeentje geweest in de academische wereld: deels vanwege mijn achtergrond, deels vanwege mijn karakter, en over de jaren heen in toenemende mate vanwege mijn ideeën. Ideeën die nu een boek zijn geworden: ‘A Renegade History of the United States’.

Ik ben opgevoed door blowende, naaktlopende, socialistische revolutionairen: een kneuzig blank jochie in de zwarte buitenwijken van Berkeley en Oakland. Het scheelde niet veel of ik was blijven zitten in de laatste klas van de basisschool, en ik sloot mijn middelbare schooltijd af met een examenrapport vol zesjes. Daarna ging ik naar het anarchistische, ultrahippie-eske Antioch College in Ohio, dat elke kandidaat accepteerde, geen cijfers gaf, en dat geeneens een geschiedenisfaculteit had.

Hoewel ik er uiteindelijk in slaagde mijzelf aan die achtergrond te onttrekken – eerst met een promotieonderzoek aan de prestigieuze Columbia University, daarna met een baan aan een elite-universiteit – viel de overgang van de wereld van de wiet naar de wereld van de tweed me niet gemakkelijk. Ik had er een hekel aan “Professor” te zijn. Ik vloekte in de klas. Ik sprak over seks. Ik gebruikte politiek-incorrecte termen. Mijn studenten zeiden dat ze de dingen die ik hen bijbracht nog nooit eerder hadden gehoord. Ze noemden me “Bad Thad”.

  • Ik liet hen zien dat ten tijde van de Amerikaanse Revolutie dronkaards, lanterfanters, prostituees en piraten pioniers waren in menige van de vrijheden en genoegens die wij nu voor dierbaar houden, – waaronder seks zonder huwelijk, interraciale omgang, dansen, winkelen, echtscheiding en het weekeinde – en dat de Founding Fathers zich in de naam van de democratie tegen hen hadden verzet.
  • Ik betoogde dat veel blanke Amerikanen niet alleen jaloers waren op de slaven, maar daar ook goede redenen voor hadden, aangezien de slavencultuur veel bevrijdende alternatieven bood voor de bijzonder repressieve, met werk geobsedeerde, anti-seksuele cultuur van de vroege Verenigde Staten.
  • Ik toonde aan dat het de prostituees waren, en niet de feministen, die vrijwel alle vrijheden veroverden welke destijds aan vrouwen werden ontzegd maar die nu voor vanzelfsprekend worden gehouden.
  • Door het pad van immigranten na te trekken vanaf hun aankomst als “primitieven” tot hun assimilatie als “beschaafde” burgers, wist ik uit te leggen dat blanken, door goede Amerikanen te worden, hun ‘ritme’ waren kwijtgeraakt.
  • Ik legde hen bewijzen voor dat we het zonder de georganiseerde misdaad nu wellicht hadden moeten stellen zonder jazz, Hollywood, Las Vegas, legale alcohol, anticonceptiemiddelen, of homorechten,- aangezien alleen gangsters bereid waren aan deze projecten steun te verlenen toen respectabele Amerikanen ze nog schuwden.

Dit was niet het standaard links-progressieve perspectief dat mijn studenten gewend waren; al valt deze zienswijze ook bepaald niet conservatief te noemen. Mijn alternatieve kijk op de geschiedenis van de VS werd bezield door een onwaarschijnlijke mengeling aan invloeden, waaronder de hippies en de andere culturele radicalen die ik was tegengekomen in mijn jeugd; zwarte en homoculturen, die mij een uitweg lieten zien uit de zelfopgelegde beperkingen van het blank en hetero zijn; en libertariërs, die mij deden twijfelen in hoeverre progressief Links – het milieu waarin ik was geboren en dat mij nu in dienst had genomen als universitair docent – wel echt zo toegewijd was aan de vrijheid.

Ik gaf mijn studenten een geschiedenis die gestructureerd was rond de oudste kwestie in de politieke filosofie, maar die door beroepshistorici veelvuldig wordt genegeerd: het conflict tussen het individu en de gemeenschap, of wat Freud de eeuwige strijd noemde tussen de beschaafde maatschappij en haar ontevredenen.

Universiteitsstudenten wordt meestal een geschiedenis voorgehouden die een strijd behelst tussen kapitalisten en arbeiders, blanken en zwarten, mannen en vrouwen. Maar de geschiedenis wordt ook gedreven door confrontaties tussen degenen die belang hebben bij het bewaren van de sociale orde en hen die meer belang hechten aan het najagen van hun eigen begeerten: het ‘respectabele’ versus het ‘ontaarde’; het morele versus het immorele; de ‘goede burgers’ versus de ‘slechte’. Ik wilde laten zien dat hoe meer ‘slechte’ lieden er rondliepen, in verzet kwamen en wonnen, des te groter voor ons allen werd wat ik “de marge van de vrijheid” noem.

Mijn studenten waren nog het meest ontsteld door de bewijzen dat de ‘goede’ vijanden van ‘slechte’ vrijheden niet enkel bestonden uit traditionele Amerikaanse iconen zoals presidenten en zakentycoons, maar dat ook vele van de meest vereerde abolitionisten, progressieven en leiders in de vrouwenrechten-, arbeidersrechten-, burgerrechten- en homorechtenbewegingen hard hun best hadden gedaan om de subculturen te onderdrukken van vrouwen uit de arbeidersklasse, immigranten, zwarte Amerikanen, en van de flamboyante nichten die homoseksualiteit uit de kast hebben gehaald.

Ik had deze ideeën voornamelijk in mijn eentje ontwikkeld, in mijn studies en in klaslokalen, en ik besefte voortdurend dat ik verwikkeld was in een Oedipale strijd die bestond uit niets minder dan het omverwerpen van de generatie historici vóór mij; de generatie die tot wasdom was gekomen in de jaren ’60 en ’70, de generatie die nu de geschiedwetenschappen beheerste, de leermeesters die mij hadden opgeleid. Ze waren er zo op belust de volksmassa’s tot helden te maken dat ze niet zagen dat het juist de niet-heroïsche en onwelvoeglijke karakteristieken van gewone lui waren geweest, die de Amerikaanse maatschappij steeds ten goede hadden veranderd.

Ik was dan ook behoorlijk nerveus toen ik gevraagd werd mijn werk te presenteren aan collega’s om in aanmerking te komen voor een contract voor langere duur en een traject naar de functie van hoogleraar. Een vriend bij de Geschiedenisfaculteit  vertelde me dat, gegeven mijn lijst aan publicaties en mijn populariteit onder studenten, de presentatie en discussie “eigenlijk alleen nog maar een formaliteit” zouden zijn. Maar ik wist wel beter: dit zou problemen gaan geven.

Verschillende onderscheiden professoren van Columbia kwamen opdraven, aangezien de universiteit een laatste stem heeft in alle vaste academische aanstellingen op haar zustercollege, Barnard. Tijdens mijn lezing staarde een hoogleraar die door een landelijk blad was uitgeroepen tot de belangrijkste publieksintellectueel in de VS, me aan met een blik die ik verstond – terecht, zo bleek later – als pure walging. Een ander liep de zaal uit voordat ik klaar was met mijn presentatie. Een van mijn voormalige decanen stelde me een serie vijandige vragen. Andere collega’s zeiden me na de lezing dat ik “moedig” was, dat ik “schitterend, onverbiddelijk revisionistisch” was, en dat ik sommige beroemde historici “net dinosauriërs had doen lijken”.

Maar de e-mails kwamen bij de sollicitatiecommissie binnen vanuit “belangrijke plaatsen”, zo werd mij verteld. Mails waarin mijn ideeën “onfatsoenlijk”, “uiterst zorgwekkend” en “gevaarlijk” werden genoemd. Ze zeiden dat mijn ideeën niet thuishoorden in de academie en stonden erop dat ik de laan uit werd gestuurd. Het was gewoon niet betamelijk dat ik de “verdrukten” beschreef in dezelfde terminologie die hun verdrukkers hadden gebruikt – “doelloos”, “seksueel onbeteugeld”, “primitief”, “onbeschaafd” – ook al transformeerde mijn argumentatie deze scheldwoorden tot eerbetuigingen.

Nadat mij was aangezegd dat ik Barnard zou verlaten, protesteerden honderden studenten in de kantoren van de faculteit en van de decaan, en de Columbia Spectator wijdde een hoofdcommentaar aan mijn zaak, maar tevergeefs. Er leek inderdaad geen plaats voor mij in de academie. En daarom schreef ik een boek.

Thaddeus Russell is voormalig universitair docent geschiedenis van Barnard College (NY). Bovenstaand stuk is een geautoriseerde vertaling van zijn stuk op de Huffington Post.

Algemeen, 23.10.2010 @ 09:51

[Home]
 

17 Reacties

op 23 10 2010 at 14:34 schreef hj:

Interessant! En wat absurd dat daar zo op wordt gereageerd.. maar het vormt wel een mooie illustratie bij z’n betoog.

op 23 10 2010 at 15:45 schreef Tjerk:

Jona Lendering, kom er maar in (grijns)!

Het is een stuk dat tot denken zet, op meer dan één niveau zelfs. Russell heeft zijn tegenslag op die universiteit fraai verweven met een stuk biografie, een uiteenzetting van zijn onderzoek, en een scherpe kritiek op de linkse, zogenaamd vrijzinnige universiteitscultuur.

Zelfs als ‘ie inhoudelijk ongelijk zou hebben – dat gedrag van de zelfkant van de maatschappij moet op zeker moment toch maatschappelijk geaccepteerd zijn geworden om vertaald te worden in wetgeving, zou je denken – is het een interessant perspectief; de moeite waard om uit te diepen.

Russell laat ook mooi zien hoe je biografische achtergrond en je levenservaringen bepalend zijn voor je wetenschappelijke kijk op zaken, en dat de universiteit een kudde schapen is, waarvan de alfamannetjes en hun luitenanten iemand kunnen maken en breken. En dat ook meedogenloos doen, aan de hand van hun ideologische voorkeuren.

Al zou het natuurlijk kunnen zijn dat hij het polemisch gepresenteerd heeft. Dat weten we niet, want we horen alleen zijn kant van het verhaal. Als je van plan bent heilige huisjes aan diggelen te slaan, kun je bij het aanvragen van de vergunning beter net doen alsof je alleen wat muren gaat verzetten en eens wil kijken hoe het met de riolering onder de fundamenten is gesteld. Anders gaan de architect, de aannemer en de wethouder natuurlijk helemaal over de zeik.

De grap is wel dat zijn ideeën nu veel eerder het grote publiek bereiken dan dat ze zouden hebben gedaan wanneer hij gewoon een baan als Prof. zou hebben bestegen.

op 23 10 2010 at 15:46 schreef MNb:

Zoals wel vaker met dit soort revisionisme zit er aardig wat overdrijving bij, maar ongetwijfeld ook een harde kern van waarheid. Wat ik mis is bronvermelding. Waarop zijn deze geschiedkundige theorieën gebaseerd? Dat wil ik uiteraard weten.
Voor de kaaskoppen onder ons: er is een Hollandse pendant. De eerste drie maanden na de bevrijding van de Duitsers kenmerkten zich door een ongekende bandeloosheid/vrijheid, gegeven door het volstrekte gebrek aan overheidscontrole. Vestdijk heeft er een boek over geschreven: Bevrijdingsfeest, als ik me niet vergis.

op 23 10 2010 at 15:53 schreef Tjerk:

MNb; in zo’n kort artikel kan de auteur natuurlijk niet al zijn onderzoek uiteenzetten. Dus moet hij het laten bij het weergeven van de conclusies.

Als je meer wilt weten, dan zou je zijn boek moeten kopen. Dit artikel is natuurlijk ook een beetje bedoeld om daar reclame voor te maken, dat spreekt voor zich.

En het is goede reclame, want zelf ben ik nu ook wel benieuwd.

op 23 10 2010 at 15:58 schreef Tjerk:

Hij geeft hier trouwens een voorproefje.

“On nearly every block in every 18th-century American city, there was a public place where one could drink, sing, dance, have sex, argue politics, gamble, play games, or generally carouse with men, women, children, whites, blacks, Indians, the rich, the poor, and the middling. Rarely have Americans had more fun. And never have America’s leaders been less pleased by it.”

op 23 10 2010 at 18:42 schreef Tjerk:

Wat ook pikant is, is dat Barnard College een universiteit is die alleen vrouwelijke studenten aanneemt, en nogal strikte regels heeft op het samenwonen op campus met een vriendje.

op 23 10 2010 at 21:30 schreef Daan:

Revisionisme kan leuk zijn, maar je moet oppassen dat je niet teveel naar de andere kant doorslaat. De waarheid is waarschijnlijk een mengsel van alle verschillende zienswijzen.

op 24 10 2010 at 10:37 schreef Gerry:

Dank voor dit artikel. Ik weet een mooi Sinterklaascadeautje.

op 24 10 2010 at 12:44 schreef MNb:

Ga je nou ook dat boek van Vestdijk lezen, Tjerk?

op 24 10 2010 at 12:46 schreef Peter:

Ik wel, hoor.

op 24 10 2010 at 16:01 schreef mango:

inderdaad erg benieuwd naar de reactie van Jona Lendering

op 24 10 2010 at 18:24 schreef Bart Nijman:

Boek besteld. Aversie visies zijn doorgaans het meest interessant.

op 24 10 2010 at 21:02 schreef Miko Flohr:

Grappig hoe de vorige generatie altijd de neiging heeft met de volgende generatie te doen wat zijzelf heeft meegemaakt – ook de marxistisch georiënteerde historici die Russell nu wegsturen zijn niet zonder strijd op het pluche gekomen, en de interactionistische maatschappijvisie die Russell omarmt zal vermoedelijk uiteindelijk ook aan Columbia wortel schieten. Ik werk in een heel andere periode (Rome), maar zijn verhaal en benadering komt mij interessant, geloofwaardig, origineel, maar verder niet zo heel erg schokkend over.

Wat Russell overkomt is zonder meer het doemscenario voor iedere jonge wetenschapper: stranden in zicht van de haven door politiek gedoe vanwege je opvattingen. Toch moet je hier wel twee dingen scheiden. Het is hard, maar verdedigbaar als een universiteit ervoor kiest dat jouw richting niet de hunne is. De overeenkomst tussen een universiteit en een wetenschapper is immers ook maar een zakelijk arbeidscontract, er zijn meer goede wetenschappers dan er plaatsen zijn, en een universiteit kan er simpelweg voor kiezen dat zij meer behoefte heeft aan een conventionele benadering. Jammer, maar helaas – het is een kwestie van vraag en aanbod. Niemand zal Russell verbieden over zijn onderzoek te publiceren, en veel wetenschappers bewandelen uiteindelijk deze teleurstellende weg.

Aan de andere kant, wat dit (voor mij) weer aantoont is dat de wetenschap als zodanig gevangen zit in de retoriek van de allerbeste en dat men dus niet simpelweg kan erkennen dat Russell gewoon niet diegene is die ze zoeken om dat hij hen niet het onderwijs kan bieden wat ze willen hebben. Er moet een Moreel Oordeel aan ten grondslag liggen – en dus schrijven (en zwijgen) ze hem kapot. Dat is niet alleen unfair, dat is triest, en schadelijk, want een kind prikt daar doorheen.

op 24 10 2010 at 22:06 schreef Tjerk:

Russell heeft in de tussentijd aan een aantal andere universiteiten gewerkt. Maar ja, wel lullig dat een hoogleraarschap aan je voorbijgaat op grond van ideologisch verschil van inzicht en emoties.

op 24 10 2010 at 22:31 schreef Miko Flohr:

Geen hoogleraarschap toch? Het ging volgens mij om een vaste aanstelling als docent (i.e. assistant of associate professor). Ook niet mis overigens.

Volgens mij is de rol van ideologische meningsverschillen bij benoemingen een beetje onvermijdelijk: waardering voor kennis is immers vaak het resultaat van groepsprocessen. Vaak zijn er echter wel zodanige meningsverschillen tussen universiteiten dat je met je stijl en kwaliteiten wel elders terecht kan. Nationale geschiedenis is natuurlijk – zeker in USA – wel een heet hangijzer. Wellicht zit je voor het roepen van dit soort dingen over de Amerikaanse Moderne geschiedenis voorlopig beter op je plek in het buitenland, totdat al die ouwe marxisten echt weg zijn. Dat is schrijnend, maar ik zie niet hoe dat anders zou kunnen, eigenlijk.

op 24 10 2010 at 22:43 schreef Tjerk:

Ik heb het even nagekeken op Wikipedia, en daar wordt zo’n vaste aanstelling (tenure) toch wel verbonden met een senior positie als universitair hoofddocent of hoogleraar.

Maar dan heb ik het toch nog onjuist vertaald, want ik ging er vanuit dat een ’tenure track’ samenhing met de positie van full professor. Wat hier een hoogleraarschap zou zijn.

op 25 10 2010 at 00:35 schreef Tweets die vermelden Frontaal Naakt. » Geen ruimte voor renegaten -- Topsy.com:

[…] Dit blogartikel was vermeld op Twitter door Bert Brussen, Rob van Kan, Linda Duits, Frederike Geerdink, Race_Inc en anderen. Race_Inc heeft gezegd: RT @FrontaalNaakt: Historicus Thaddeus Russell werd ontslagen omdat links-progressieve professoren zijn werk 'walgelijk' vonden: http://tinyurl.com/2vg36fg […]

Nieuwe reactie
Naam:
E-mail:
Homepage:
  Afbeelding invoegen
 

 


Home

Archief

 

STEUN FRONTAAL NAAKT MET EEN TIKKIE!

 

 

OF VIA PATREON!

 

 

Let op: Toelating van reacties en publicatie van opiniestukken van anderen dan de hoofdredacteur zelf betekent geenszins dat hij het met de inhoud ervan eens is.

 

pbgif (88k image)
 

MEEST GELEZEN IN 2024

O Richard K., martelaar van de Afgehaakten

O Liever Wilders dan Yesilgöz

O Hoe Albert Heijn constant probeert ons te bestelen

O Kankerhomo

O Domheid is een kanker en we zitten nu in stadium 4

O Harde Por

O Het terloopse nazisme van Caroline van der Plas

O Zijn onze universiteiten antisemitische Hamasbolwerken?

O Vrij Nederland: Peter Breedveld had toch weer gelijk

O Er is niks meer om respect voor te hebben

 

MEEST GELEZEN EVER

O Caroline van der Plas, dwangmatige leugenmachine

O Caroline van der Plas is de Nederlandse Donald Trump

O YouPorn

O Iedereen haat Sander Schimmelpenninck omdat hij écht onafhankelijk is

O Wierd Duk de pro-Russische complotdenker

O Domme Lul

O Frans Timmermans kan het einde van de domrechtse ijstijd zijn

O Wierd Duk en Jan Dijkgraaf, hoeders van het fatsoen

O De koning van het uittrekken van de damesslip

O Haatoma

 

pbgif (88k image)
 

CONTACT
Stuur uw loftuitingen en steunbetuigingen naar Frontaal Naakt.

 

NIEUWSBRIEF
Ontvang gratis de Frontaal Naakt nieuwsbrief.

 

pbgif (88k image)
 

BLURBS
“How does it feel to be famous, Peter?” (David Bowie)

“Tegenover de enorme hoeveelheid onnozelaars in de Nederlandse journalistiek, die zelfs overduidelijke schertsfiguren als Sywert, Baudet en Duk pas ver in blessuretijd op waarde wisten te schatten, staat een klein groepje van ondergewaardeerde woestijnroepers. Met Peter op 1.” (Sander Schimmelpenninck)

“Frontaal Naakt dient een publiek belang” (mr. P.L.C.M. Ficq, politierechter)

“Peter schrijft hartstochtelijk, natuurlijk beargumenteerd, maar zijn stijl volgt het ritme van zijn hart.” (Hafid Bouazza).

“Ik vind dat je beter schrijft dan Hitler” (Ionica Smeets)

“Peter is soms een beetje intens en zo maar hij kan wél echt goed schrijven.” (Özcan Akyol)

“Jij levert toch wel het bewijs dat prachtige columns ook op weblogs (en niet alleen in de oude media) verschijnen.” (Femke Halsema)

“Literaire Spartacus” (André Holterman)

“Wie verlost me van die vieze vuile tiefuslul?” (Lodewijk Asscher cs)

“Pijnlijk treffend” (Sylvana Simons)

네덜란드 매체 프론탈 나크트(Frontaal Naakt)에 따르면, 네덜란드 라 (MT News)

“Echt intelligente mensen zoals Peter Breedveld.” (Candy Dulfer)

“De Kanye West van de Nederlandse journalistiek.” (Aicha Qandisha)

“Vieze gore domme shit” (Tofik Dibi)

“Ik denk dat de geschiedenis zal uitmaken dat Peter Breedveld de Multatuli van deze tijd is.” (Esther Gasseling)

“Nu weet ik het zeker. Jij bent de antichrist.” (Sylvia Witteman)

“Ik ben dol op Peter. Peter moet blijven.” (Sheila Sitalsing)

“Ik vind hem vaak te heftig” (Hans Laroes)

“Schrijver bij wie iedereen verbleekt, weergaloos, dodelijk eerlijk. Om in je broek te piesen, zo grappig. Perfecte billen.” (Hassnae Bouazza)

“Scherpe confrontatie, zelfs als die soms over grenzen van smaak heen gaat, is een essentieel onderdeel van een gezonde democratie.” (Lousewies van der Laan)

“Ik moet enorm lachen om alles wat Peter Breedveld roept.” (Naeeda Aurangzeb)

“We kunnen niet zonder jouw geluid in dit land” (Petra Stienen)

“De scherpste online columnist van Nederland” (Francisco van Jole)

“Elk woord van jou is gemeen, dat hoort bij de provocateur en de polemist, nietsontziendheid is een vak” (Nausicaa Marbe)

“Als Peter Breedveld zich kwaad maakt, dan wordt het internet weer een stukje mooier. Wat kan die gast schrijven.” (Hollandse Hufters)

“De kritische en vlijmscherpe blogger Peter Breedveld” (Joop.nl)

“Frontaal Naakt, waar het verzet tegen moslimhaat bijna altijd in libertijnse vorm wordt gegoten.” (Hans Beerekamp – NRC Handelsblad)

“De grootste lul van Nederland” (GeenStijl)

“Verder vermaak ik mij prima bij Peter Breedveld. Een groot schrijver.” (Bert Brussen)

“Landverrader” (Ehsan Jami)

“You are an icon!” (Dunya Henya)

“De mooie stukken van Peter Breedveld, die op Frontaal Naakt tegen de maatschappelijke stroom in zwemt.” (Sargasso)

‘De website Frontaal Naakt is een toonbeeld van smaak en intellect.’ (Elsevier weekblad)

“Frontaal Gestoord ben je!” (Frits ‘bonnetje’ Huffnagel)

“Jouw blogs maken hongerig Peter. Leeshonger, eethonger, sekshonger, geweldhonger, ik heb het allemaal gekregen na het lezen van Frontaal Naakt.” (Joyce Brekelmans)

‘Fucking goed geschreven en met de vinger op de zere plek van het multicultidebat.’ (jury Dutch Bloggies 2009)

Frontaal Naakt is een buitengewoon intelligent en kunstig geschreven, even confronterend als origineel weblog waar ook de reacties en discussies er vaak toe doen.’ (jury Dutch Bloggies 2008)

‘Intellectuele stukken die mooi zijn geschreven; confronterend, fel en scherp.’ (Revu)

‘Extreem-rechtse website’ (NRC Handelsblad)

‘De meeste Nederlanders zijn van buitengewoon beschaafde huize, uitzonderingen als Peter Breedveld daargelaten.’ (Anil Ramdas)

‘Peter Breedveld verrast!’ (Nederlandse Moslim Omroep)

‘Breedveld is voor de duvel nog niet bang’ (Jeroen Mirck)

‘Nog een geluk dat er iemand bestaat als Peter Breedveld.’ (Max J. Molovich)

‘Godskolere, ik heb me toch over je gedróómd! Schandalig gewoon.’ (Laurence Blik)

 

pbgif (88k image)
 

 

(Advertentie)
 

 

pbgif (88k image)
 

LINKS

 

 

RSS RSS