Black man time
Gin Hageman
Scène uit Frank Millers 300.
Mijn informant van vanavond komt niet opdagen, na twee uur wachten heb ik de hoop dat hij nog komt maar opgegeven. Onderzoek doen is af en toe net zo dynamisch als de NS. Het is vaak wachten, wachten, wachten Vanavond vind ik het niet zo heel erg. Ik heb voor de derde keer malaria, ik kan de rust dus wel gebruiken. Mijn lichaam is inmiddels wel aardig gewend aan allerlei soorten ziekten, ik kan nu gewoon anderhalf uur lopen met een heftige malaria-aanval zonder het gevoel te hebben dat ik ieder moment onderuit kan gaan. Ik ben er trots op. Ik ben nu helemaal aangepast aan Sierra Leone, grappen ze hier. Iedereen moet zo nu en dan heftige malaria-aanvallen doorstaan. Als je er geen last van hebt hoor je er gewoon niet bij. Wat je er allemaal voor over moet hebben om tot de in-crowd te behoren Ik heb nog een kleine maand te gaan, ik kan alleen maar hopen dat dit de laatste ziekte is die ik moet doorstaan.
In de laatste maand van mijn onderzoek begint ook het gevoel toe te nemen dat ik niet genoeg heb gedaan, dat er nog zoveel te vragen valt, zoveel dingen nog uit te zoeken zijn, er nog zoveel mensen zijn die ik niet geïnterviewd heb, dat ik eigenlijk nog steeds geen moer weet. Want tot nu toe heb ik eigenlijk alleen maar de succesverhalen’ verteld, maar ik heb natuurlijk ook veel fouten gemaakt.
Onderzoek doen is niet makkelijk. In principe ben je 24 uur per dag aan het werk. Als je niet naar mensen aan het luisteren bent, ben je wel aan het observeren. Alles is informatie. Je kan er gek van worden. En soms is het ook gewoon even te veel. Ik ben ook gewoon mens, en als mens word ik moe, daar kan ik niets aan doen. Soms verlies ik dus mijn geduld, heb ik moeite mijn aandacht bij de verhalen te houden of faal ik erin waardevolle contacten te leggen omdat ik het gewoon niet op kan brengen om met mensen te praten op bepaalde momenten. En vaak doet de gelegenheid zich maar één keer voor, als je geen gebruik maakt van de gelegenheid is de potentiële informant voorgoed verloren voor je.
Soms is het lastig mensen te verstaan, vanwege een zwaar accent bijvoorbeeld. Of omdat mijn oren al twee weken dichtzitten vanwege een zware verkoudheid. En je kan moeilijk in een emotioneel betoog constant vragen om herhaling. Soms stel ik niet de juiste vragen of slaag ik er niet in mijn informanten voldoende op hun gemak te stellen om echt openhartig met me te praten. Het is meer dan eens gebeurd dat mijn opname-apparatuur niet naar behoren werkte. Eén keer omdat ik vergat de microfoon aan te zetten, één keer omdat ik gewoon vergat de opnameknop in te drukken en meerdere keren omdat ik vaak geen stroom heb en dus geen batterijen kan opladen, of de opnames over kan zetten op de computer.
Ik moet constant mijn koppie erbij houden, plannen, plannen en nog eens plannen en dat is nogal lastig in een land als Sierra Leone, waar ze een speciale term hebben voor laksheid in tijdsopzicht: black man time. Ik heb het geadopteerd, gelukkig kom ik er mee weg. Stomme foutjes en een gebrek aan faciliteiten, maar soms lijd ik ook aan een gebrek aan inzicht. Ik snap natuurlijk dat ik juist daarom onderzoek doe, maar toch, je kan je er behoorlijk stom bij voelen.
Ik heb geluk dat Sierra Leonesen vergevingsgezinde mensen zijn. Als ik iets vergeet herhalen ze het gewoon, zelfs al is het iets wat ik echt had moeten onthouden. En ik moet eerlijk toegeven dat de mensen hier mijn onderzoek makkelijk’ maken. Veel van mijn respondenten bieden uit zichzelf aan om met me te praten, lopen mij achter mijn kont aan en vertellen me meer dan ik van ze had kunnen verwachten. Ze zijn geduldig als ik geen tijd voor ze heb. Ze komen op de meest onmogelijke tijdstippen opdraven, zelfs als ze er meer dan een uur voor moeten lopen.
Ik vraag me soms af wat er van mijn onderzoek en mijzelf als onderzoeker had moeten komen als de Sierra Leonesen niet zo openhartig en meewerkend waren geweest. Ik denk dat ik moet bekennen dat ik hoogstwaarschijnlijk een veel belabberder job had gedaan. Maar de mensen hier zijn begaan met mij, met de struggle van een studente, en met mijn onderzoek uiteraard. Ze zien er belang in. Het is mijn verantwoordelijkheid er iets waardevols mee te doen, maar soms heb ik het gevoel dat ik daar helemaal niet toe in staat ben.
Hoe kan een verwende Westerse chick als ik nou helemaal iets voor deze mensen betekenen? Wie luistert er uiteindelijk naar mij? En interesseert dit kleine landje in West-Afrika de rest van de wereld eigenlijk wel? Schuldgevoelens hebben me twee maanden geleden al bekropen. Ik voel me vaak een voyeur in hun levens. Ze geven me hun ziel en zaligheid. Wat zal ik ermee doen? Schrijf ik gewoon netjes mijn scriptie, studeer ik af en ga ik me heel ergens anders mee bezighouden? Ga ik voor een zekere baan en een leuk loonstrookje aan het einde van de maand? Of zal ik mijn idealen volhouden en me inzetten voor kindsoldaten en hun gemeenschappen? Zal ik me na mijn vertrek de 30e van deze maand nog steeds betrokken voelen bij Sierra Leone? Of zal ook ik mijn schouders er verder over ophalen?
Mijn gevoel zegt van niet. Ik heb mijn hart verloren aan dit land en haar bewoners. Maar het leven neemt rare wendingen. Ik denk aan de torenhoge schulden die ik heb gemaakt tijdens mijn studie en de schulden die ik op dit moment nog steeds aan het maken ben. Iedere hap cassava leaves is op dit moment op kosten van de bank van lening. Hoe ga ik dat ooit terugbetalen? De realiteit sijpelt langzaam binnen. Je kan nog zoveel idealen hebben, maar mijn idealen kosten geld, veel geld. Als ik alles bij elkaar optel kost mijn ideaal met kindsoldaten te werken intussen ruim 20.000 euro. Ik heb het er altijd graag voor over gehad, maar de tijd komt eraan dat het terugbetaald moet worden. En ik ben in principe net begonnen met mijn werk. Kan ik ermee doorgaan of sta ik volgend jaar gewoon achter de kassa bij de V&D?
Gin Hageman, studente culturele antropologie te Amsterdam, doet van december tot en met maart onderzoek naar (ex-)kindsoldaten in Sierra Leone. Via e-mail doet ze verslag van haar belevenissen. Meer op haar weblog.
Algemeen, 25.03.2007 @ 03:50
3 Reacties
op 25 03 2007 at 11:00 schreef Wolverine:
ER komt vast wel een subsidie voorbij uit een of andere ontwikkelingssamenwerkingspot, of je werkt je in via je begeleider in het lezingen geven voor veel geld.
op 25 03 2007 at 12:32 schreef Edward:
Een dure grap maar je moet er nooit spijt van hebben, deze ervaring kan niemand je afnemen. In de culturele antropologie zijn er ook richtingen die specialiseren in bedrijfsculturen, in Nederland rol je vast wel ergens in.
op 26 03 2007 at 12:46 schreef Cor:
Zit maar niet over het geld in; straks rol je in een baan als bestuursassistent bij d’een of d’andere gemeente en verdien je 3 mille in de maand. Heb je die 20 mille in een jaar terugbetaald.
Maar dan mag je natuurlijk nooit meer de term ‘black man time’ gebruiken, anders kom je inderdaad niet verder dan kassajuffrouw.
Minstens zo belangrijk: Er schijnt gelukkig verbeterde medicatie tegen malaria te zijn.