Oom agent komt op verrassingsbezoek
Paul Schilderman
Illustratie: Rina Yoshioka.
Dinsdag 24 juni 2025. Net terug van vakantie. ’s Ochtends rond 10.00 uur gaat de bel in ons appartement in Almelo, vijf hoog. Op het scherm zie ik twee agenten in de hal staan, wachtend om binnengelaten te worden. Ik druk op de bel; tegelijkertijd gaat er een alarmbel af in mijn hoofd: ‘er zal toch niet iets ergs gebeurd zijn met onze dochter en/of schoonzoon?’ Mijn vrouw kijkt ook verschrikt op.
Ik loop naar de deur en doe deze alvast open. De twee agenten zijn al gearriveerd; de oudste agent met een lach op zijn gezicht. Ik slaak inwendig een zucht van verlichting en roep; “O, zeker Henkie Vermeer?” De oudste agent knikt instemmend en zegt, voordat ik iets te berde kan brengen: “Wij willen even met u praten, u hebt niets strafrechtelijks gedaan en u bent ook niet in de war, zien we.“ “Wij” zijn de wijkagent en een agent in opleiding.
Aan tafel neemt de wijkagent het woord: “De berichtendienst heeft ons gevraagd om met u te praten over de mails die u hebt verstuurd aan de heer Vermeer van de BBB. Wij hebben ze gelezen en er is niets dat strafrechtelijk is, u bent ook niet in de war en zoals we gelezen hebben welbespraakt.”
Aangifte
Henk Vermeer, zo blijkt, heeft aangifte gedaan van de mails die ik naar hem heb verstuurd. Dat waren korte reacties op zijn optreden en dat van de BBB-fractie. Eerder had ik al een uitvoerige mail gestuurd naar Monica Keijzer (inzake antisemitisme en racisme: “Een racist en een antisemiet zijn nooit alleen, twee benen van hetzelfde fenomeen”). Keijzer heeft nooit gereageerd. Dat deed Chris Stoffer (SGP) overigens wel, na mijn uitvoerige mail over zijn houding inzake Palestina/Gaza. Zijn slotopmerking was: “Uw brief is niet hartelijk”. Mijn antwoord: “dat was ook niet de bedoeling.”
Deze korte mails (drie, vier regels) zijn waren nooit anoniem; altijd voorzien van mijn naam en, in de regel, mijn woonplaats Almelo.
Ik geef een toelichting aan de agenten op het waarom van mijn mails.
“Voor alle duidelijkheid, zoals u kunt constateren, ben ik altijd open geweest wie ik ben; ik heb namelijk niets te verbergen. Vermeer of anderen heb ik nooit bedreigd of gestalkt. Wel heb ik hem benoemd als een klompenfascist, een ‘Deutsche Christen’, enz. En ja, dat de bruine drek uit zijn onderbroek druipt. Vervolgens heb ik een beroep op Vermeer gedaan om tot zelfreflectie te komen. En, om te onderstrepen wat ik van hem vind, de beginregels van het Horst Wessel lied geciteerd: “Die Fahne hoch!, Die Reihen fest geschlossen!”
Riolen
De wijkagent merkt op dat een volksvertegenwoordiger ook de ruimte moet hebben om te zeggen wat hij/zij wil en of ik toch niet tot een gesprek met Henk Vermeer bereid ben. Het eerste beaam ik, het tweede niet.
“Daartoe ben ik niet bereid. Wel met gewone burgers, die rechtsextremistische opvattingen hebben, maar die bereid zijn tot een gesprek. In de regel loopt dat op niets uit, er zijn zo nu en dan uitzonderingen wanneer mensen nieuwsgierig blijken te zijn. Zo’n gesprek kan een onverwachte wending nemen. Dat is voor mij anders met leiders van dit soort partijen. Naming and shaming is dan voor mij het parool. Drijf ze terug naar hun riolen.”
“Partijen als PVV, FvD, JA21, BBB en SGP (de VVD zit er al aardig dicht tegen aan) vormen door hun desinformatie over zaken als racisme en antisemitisme, klimaatverandering en stikstof en onze democratische instituties een bedreiging voor onze democratische rechtsstaat. Deze desinformatie gaat gepaard met aanvallen op de wetenschap, de rechterlijke macht, de journalistiek, de vrijheid van meningsuiting enz. Door mijn politieke en maatschappelijke betrokkenheid, mijn studie en opleiding en, niet in de laatste plaats, door ervaringen en achtergrond van mijn familie van vaderskant ben ik allergisch voor dit soort lieden.”
Genocide
Omdat we toch aan de tafel zitten, en je een kans nooit onbenut moet laten, geeft ik een schets van het antisemitisme en racisme in Europa (inclusief Rusland), de rol van kerk en christendom, de opkomst van (pseudo)wetenschappelijke rassentheorieën en eugenetica, de genocide op inheemse volkeren, waarbij o.a. de reservaten in de VS als een van de voorbeelden voor Hitler golden voor het oplossen van het ‘joodse probleem’.
De agent in opleiding heb ik blijkbaar nieuwsgierig gemaakt want hij zegt het volgende: “Ik moet als politieman natuurlijk neutraal zijn maar u hebt mij wel nieuwsgierig gemaakt. Eigenlijk zou ik wel eens met u verder willen praten.”
Inmiddels zijn we wel een paar uur verder. De wijkagent benadrukt nogmaals dat ik niets verkeerds heb gedaan. Ik laat me ontvallen dat, als Henkie door mijn mails slaapgebrek heeft, ik daarmee stop. Na een handdruk vertrekken de agenten.
Graf
Het kruipt door mijn hoofd of ik die toezegging had moeten doen. Een maand later komt een collega van Henk Vermeer, Claudia van Zanten, met een schaamteloze motie over de vluchtelingenstatus van Gazanen, langszij. Ik schrijf opnieuw een mail, nu aan de hele BBB-fractie, en merk op dat het door de BBB beleden ‘naoberschap’ alleen is bedoeld voor het raszuivere, homogene volk. De slotzin luidt: “Ik hoop Henkie Claudia, Caroline en de andere collega’s dat eind oktober “Die Fahne nicht mehr hoch sind! Und die Reihen nicht mehr geschlossen! En dat Horst Wessel voor goed in zijn godvergeten graf mag wegrotten.”
Gastschrijver, 08.09.2025 @ 07:26