Er kan niet genoeg Palestijns bloed vloeien
Hassnae Bouazza
Schilderij: Maria Filopoulou.
Het is minder dan in het begin van de verwoesting van Gaza, maar nog altijd komen iedere dag foto’s voorbij van baby’s of kleine kinderen, netjes gekleed, vrolijk lachend met daarbij hun naam en de mededeling dat ze vermoord zijn door Israël.
Foto’s die een gezicht en naam geven aan de slachtoffers. Om hen mee te laten tellen. Versteende harten te laten ontdooien. Maar het werkt niet. Althans, niet bij de meeste politici. Die zijn druk bezig met het uiten van hun afschuw over bands als Kneecap en Bob Vylan, die met woorden strijden tegen de voortdurende genocide en de totale vernietiging van alles wat Palestijns is. De stuitende hypocrisie, de misplaatste moraliteit is gekmakend en zal op een dag als een boemerang terugkeren.
Heren in pak fantaseren over etnische zuivering en steunen plannen voor concentratiekampen terwijl het protest van de gewone mensen op straat en artiesten komt. Dat is niet zonder risico, want wie zich uitspreekt tegen het onvoorstelbare, sadistische, genocidale geweld van Israël, kan niet zelden fluiten naar zijn diploma, baan, optreden.
Dodelijk suprematisme
Alles om schurkenstaat Israël maar zijn gang te kunnen laten gaan, er kan kennelijk niet genoeg Palestijns bloed vloeien. Protesteren tegen de afslachting van onschuldige mensen, tegen het wegvagen van een heel volk wordt gecriminaliseerd. Het wordt gezien als iets fouts, abjects. Dus dan kunnen mensen foto’s van hun verloren dierbaren delen, het doet niks. Een groot deel van onze politici vindt Palestijnen minder mens, hun verdriet minder belangrijk, hun bestaansrecht geen vanzelfsprekendheid. Kennelijk zit dat dodelijke suprematisme in hun DNA.
Het maakt niet uit wat volkeren in het Midden-Oosten en in Afrika aangedaan wordt, internationaal recht en mensenrechten zijn niet voor hen bedoeld. Dat werd nog eens duidelijk toen Israël Iran aanviel en Iran zich verdedigde. ‘Genocidale barbarij’ zag ik voorbij komen. Niet over Israël, dat de hele regio terroriseert en zich schuldig maakt aan een genocide, maar over Iran.
We moesten zelfs geloven dat die aanval goed was voor de Iraniërs, alsof zij geholpen zijn met bommen die hun levens verwoesten. Op de radio hoorde ik een domme DJ verontwaardigd ouwehoeren over mensen die pro-Iran zijn. Pro-Israël zijn, daar had hij geen bezwaar tegen.
Gerechtigheid
Zo werkt dat dus. Als niet-westerling ben je altijd de dader, de slechterik, de barbaar. Als westerling of lievelingsbondgenoot van het Westen ben je immer het slachtoffer, ook al bouw je concentratiekampen, film je je eigen oorlogsmisdaden, pleit je voor verkrachting van gegijzelde Palestijnen, onthoofd je baby’s, vermoord je alles wat ademt en Palestijns is. Ik zie geregeld mensen verklaren dat er een tijd komt dat medeplichtigen zich zullen moeten verantwoorden: ik ben bang dat Palestijnen geen gerechtigheid zullen zien.
Maar dat betekent niet dat we de genocide-apologeten laten bepalen wat goed en slecht is. Slecht is het om niets, helemaal niets te doen tegen een genocide. Intens slecht is het om toe te kijken hoe mensen worden afgeslacht en dat te verdedigen. Kwaadaardig is het om je huig uit je keel te krijsen over de woorden van bands als Kneecap en Bob Vylan terwijl je niets zegt over het voortdurende bloedvergieten.
Daar gaat het nu al weken over. Niet over de doden, niet over al die verloren zielen, niet over het onmetelijke verlies. Welkom in het zogenaamd verlichte, beschaafde Westen, waar woorden erger zijn dan bloedige daden.
Hassnae Bouazza is columnist (NRC, Linda, Harper’s Bazaar), journalist, culinair recensent, documentairemaker en schrijver (Arabieren Kijken, Een Koffer vol Citroenen). vorig jaar maakte ze twee documentaires: Verhalen uit de Rif en Brieven uit de Kast, dat is genomineerd voor een Dutch Director’s Guild Award.
Hassnae Bouazza, 12.07.2025 @ 09:51