Een goede roman is een schijnzwangerschap
Peter Breedveld
Wie zich bij het lezen van Yuko Tsushima’s boeken blindstaart op de biografische overeenkomsten, schreef Abhrajyoti Chakraborty zes jaar geleden in The New Yorker, ‘ontzegt zowel haar vertellers als Tsushima zelf hun individuele vrijheid’. Wie de link naar het stuk in The New Yorker checkt, zal ontdekken dat ik Chakraborty wat losjes heb vertaald, maar ik vind zijn schrijfstijl erg omhalig, vandaar.
De obsessie met de mate waarin boeken autobiografisch zijn of niet, heeft me altijd geïrriteerd. Ik herinner me een interview van Gary Groth in The Comics Journal met Phoebe Gloeckner waarin hij maar bleef doorpoeren of Gloeckner ook door haar stiefvader was verkracht, net zoals de hoofdpersoon in haar boek The Diary of a Teenage Girl. Ze bleef hem uitleggen dat het er niet toe doet of haar werk over haar eigen leven gaat of niet, dat iedere kunstenaar uit haar eigen ervaringen put, dat het er niet om gaat of iets feitelijk waar is, maar om de “emotionele waarheid”. Herinneringen zijn veranderlijk en Gloeckner weigert haar werk autobiografisch te noemen, “omdat dat suggereert dat alles waar is op een manier waarop dat nooit zo kan zijn”.
Een tijd geleden schreef ik een bespreking van Maya Angelous I know Why The Caged Bird Sings, dat ik schaarde onder ‘fictie’, terwijl het een autobiografie is. Iemand sprak me daarop aan. Maar ik geloof niet dat je een autobiografie kunt aanmerken als ‘non-fictie’, omdat ons geheugen ons constant bedriegt, omdat we alles subjectief inkleuren en zelfs als elke vertelde gebeurtenis echt honderd procent waar is, dan nog componeert de schrijver alles tot een leesbaar geheel, tot iets waarmee de lezer zich kan verhouden. Dat is dus fictie.
Buitenaards wezen
De levens van Yuko Tsushima en haar hoofdpersonen vertonen veel overeenkomsten: alleenstaande moeder, weigert zich te conformeren en aan verwachtingen te voldoen, vader pleegde zelfmoord toen ze nog heel klein was, ze verloor ook nog een broer, enzovoort. Wat haar werk zo onweerstaanbaar voor me maakt (zie hier mijn bespreking van Territory of Light), is dat ik me kan inleven in iemand die ik totaal niet ben. Ik ben geen vrouw, geen Japanner, ben nooit zwanger geweest, ben geen alleenstaande moeder en ik word niet als een soort kind/huisdier behandeld door de mannen om mij heen. Dat is Tsushima’s verdienste, zij weet haar eigen ervaringen om te zetten in iets dat bij wijze van spreken zelfs door een buitenaards wezen kan worden gevoeld.
Er stond eerst ‘begrepen’ waar nu ‘gevoeld’ staat, maar ik kan niet zeggen dat ik alles begrijp in ‘Child of Fortune‘ (oorspronkelijke titel: Choji, ‘Lievelingskind’, wat volgens mij de lading beter dekt), haar derde boek, het eerste dat in het Engels werd vertaald (door Geraldine Harcourt, met wie Tsushima innig contact had, las ik ergens). Er staan passages in die ik las en herlas en herlas en waar ik de vinger niet achter kon krijgen. (Er volgen nu spoilers, dus wie van plan is om Yuko Tsushima te gaan lezen, wat ik hartstochtelijk aanbeveel, zou nu moeten stoppen met het lezen van dit.)
Bijvoorbeeld deze passage:
‘She was having a baby. She wanted to drum into his belly, through the layer of fat, that desire never ends in desire alone. She couldn’t help thinking that she might already be remote from sex. Perhaps pregnancy was like that. Though of course she’d been afraid of getting pregnant, perhaps somewhere in her heart she wanted it as a means of survival. Strangely, her self-respect hadn’t allowed her to avoid conception throughout another affair. She didn’t want to go on living inside the limits of sexual relations of men.’
Seksueel verlangen
Zwangerschap is hier een manier om te ontsnappen aan het patriarchaat, vermoed ik. Maar de verteller, Koko heet ze, weigert ook een zwangerschap te vermijden uit zelfrespect. Welk zelfrespect? Verbiedt Koko zichzelf voortplantingsloze seks en is dat niet hartstikke patriarchaal? Bovendien: ze heeft al een kind, een puber, met een man die niet haar grote liefde is en van wie ze gescheiden is. Met haar grote liefde heeft ze nooit een kind gewild en ze is nu zwanger van een vriend die bemiddelt tussen haar en haar ex-man. Heeft ze nooit een kind gehad met haar grote liefde omdat dan haar seksuele verlangen naar hem gedoofd zou zijn en heeft ze wel kinderen met haar ex en hun wederzijdse vriend omdat de seks met hen anders zondig zou zijn?
Ik denk dat ik er niks van begrijp omdat ik een man ben en niet kan begrijpen wat seks en kinderen krijgen betekenen voor Koko en dat zwangerschap tegelijk een bedreiging en een bevrijding is, omdat ik het niet kan ervaren.
Schijnzwangerschap
De zwangerschap blijkt een schijnzwangerschap te zijn, Koko heeft haar ongeboren kind gefantaseerd. Het is een verdrietige maar ook poëtische metafoor in de context van de geestelijk zwakbegaafde broer met wie ze als kind een sterke band had maar die al vroeg overleed. Sindsdien heeft ze nooit een dwingende reden meer gehad om te blijven leven, al was “de wil om te leven er nog altijd”.
Haar denkbeeldige kind symboliseert haar stasis tussen dood en leven en haar weigering om te kiezen op welk gebied dan ook, waardoor ze altijd in een soort niemandsland verkeert. Ze werkt als pianolerares, maar het is niet echt een baan, ze houdt van haar dochter, maar veronachtzaamt haar ook en ze weigert zich te conformeren aan de samenleving en de verwachtingen van de mensen om haar heen, waardoor ze door haar hele omgeving juist wordt betutteld.
Schoonheid is fictie
Door die schijnzwangerschap komt de patriarchale beer helemaal los en denkt iedereen iets over Koko te zeggen te hebben. Child of Fortune eindigt delirisch-apotheosisch, met een confrontatie met haar ex en hun wederzijdse vriend, die nu menen over haar lot te kunnen beschikken, waarna Koko op straat een surrealistisch avontuur beleeft met weer een ander kind waar ze ook haar gedesillusioneerdheid op projecteert.
“So you’re a child who breaks his promise, are you? What a cowardly thing to do… I’m very disappointed… Now I dont suppose I’ll ever see you again… When we could have shared so much joy..”
Misschien zijn dit allemaal ervaringen die Tsushima zelf heeft geleefd, maar het is de samenhang die ze erin aanbrengt – of misschien doe ik dat als lezer wel en is het nooit zo bedoeld – waardoor er iets moois ontstaat, iets dat betekenis heeft, waardoor het fictie wordt. Het is een schijnzwangerschap die tegelijk echt en onecht is, een product van iemands verbeelding die voor alle betrokkenen echt en tastbaar is.


Is het Vrije Woord u écht lief? Steun me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL24 ASNB 8832 6749 39 (N.P. Breedveld, ASBN Rijswijk), BIC ASNB NL21.
boeken, Peter Breedveld, 10.07.2025 @ 09:54