Frontaal Naakts favoriete films van 2025
Peter Breedveld

Het is me teveel werk om een top-15 te maken, anders had ik hier nog Zach Creggers Weapons bij gezet, Neo Sora’s Happyend en nog wat Japanse films waar ik veel plezier aan heb beleefd. Misschien doe ik dat nog na kerst, als ik zin heb.
11) Robbert Eggers: Nosferatu

Bram Stokers roman Dracula gaat over een shitload aan dingen maar Robbert Eggers lijkt de nadruk te hebben gelegd op de diepgewortelde angst van mannen voor het seksuele verleden van hun vrouw. We zijn allemaal bang voor een Nosferatu, om het zo te zeggen en als die op een nacht in je slaapkamer staat om je vrouw te claimen, is de nachtmerrie natuurlijk compleet.
Maar voor je vrouw is het natuurlijk ook niet leuk, zo’n oppermachtige stalker. Afgaande op de flarden informatie die we krijgen, ging het indertijd niet per se met wederzijdse instemming tussen Ellen, waanzinnig goed gespeeld door Lily-Rose Depp, en Nosferatu, een rol van Bill Skarsgård.
Eggers’ film gaat dus meer over seksueel geweld dan over vampirisme en is daarom veel grimmiger en donkerder dan alle vorige Nosferatu- en Draculafilms die ik heb gezien. Daarnaast is het met afstand ook de meest oogstrelende. De film is beeldschoon. Het acteerwerk is verpletterend. Wat Lily-Rose Depp hier neerzet, is bloedstollend, ongelofelijk intens. Ik hoop dat het goed met haar gaat.
10) Hideo Jojo: Welcome to the Village

Afgaande op wat manga, films en series die ik de afgelopen tijd heb gelezen en gezien, is er in Japan een kloof tussen de stads- en de plattelandsmensen. Ook in Welcome to the Village, gezien op het Camera Japan-festival, is het dorp waar een jong, stads stel zich vestigt, een sinistere, cultachtige gemeenschap waar je je aanpast of sterft.
Geen bijzonder origineel gegeven maar wel bijzonder goed gedaan door Hideo Jojo, voormalige softpornoregisseur, die het conflict tussen het stel en de dorpelingen gestaag laat escaleren tot een spetterende climax.
Het werkt altijd goed als de leider van zo’n cul geen onversneden klootzak is waar je meteen een hekel aan hebt, maar een innemende, charismatische manipulator. Tomorowo Taguchi, die vaak in films van Takashi Miikes films zit, speelt die rol met verve.
9) Ryota Kondo: Missing Child Videotape

Ik hoor er niemand over, maar na een lange periode van teleurstellende films is J-horror, ooit wereldwijd toonaagevend met films als The Ring en The Grudge, bezig aan een ijzersterke come-back.
Missing Child Videotape gaat over een jongeman die zijn jonge broertje zoekt waar hij hem jaren geleden, toen hij nog kind was, is kwijtgeraakt. Deze film heeft geen jump-scares of bloed en ingewanden, maar een onderhuidse griezeligheid die je nog lang na het einde bijblijft.
Het zit ‘m in de stilheid van deze film. Zoals veel goede griezelfilms gaat het over intens verdriet, trauma en schuldgevoel.
8) Kohei Igarashi: Super Happy Forever

De premisse is heel tragisch: een man keert met zijn beste vriend terug naar het hotel waar hij indertijd zijn vrouw heeft ontmoet, die onlangs is overleden. Zijn onmogelijke gedrag wordt hem aanvankelijk nog vergeven omdat hij in de rouw is, maar er zijn grenzen en de weduwnaar overschrijdt die allemaal met veel gusto.
Ik moest er vaker om lachen dan waarschijnlijk de bedoeling was. Hoewel, ‘Super Happy Forever’ is natuurlijk expres grappig als titel van een film over een rouwende weduwnaar. Tegelijkertijd is het een treffend commentaar op de uitzinnige absurditeit van het leven dat geacht wordt door te gaan terwijl je het godverdomme de rest van je bestaan zonder je Grote Liefde moet doen.
Bulkend van zomersfeer.
7) Dea Kulumbegashvili: April

Deze film, over een verloskundige in Tiblisi (Georgië) die illegaal abortussen pleegt in een gemeenschap waar vrouwen niet veel meer waarde hebben dan een koe, is een stomp in je plexus solaris. Bij vlagen ondoorgrondelijk, met lange, stille scènes die bulken van sfeer en onheilspellendheid en altijd de dreiging van afschuwelijk geweld.
Nogmaals: deze film gaat je niet in de kouwe kleren zitten, maar het is een waanzinnig mooi werk.
6) Alain Guiraudie: Miséricorde

Een jongeman keert na lange tijd terug naar het dorp waar hij opgroeide om de begrafenis van zijn oude leermeester bij te wonen. Zijn gedrag doet nogal wat wenkbrauwen fronsen en er laait een oude vete op die totaal uit de hand loopt.
Deze morbide thriller is onvoorspelbaar, provocatief, absurdistisch en retespannend. Fantastische acteurs.
5) Guan Hu: Black Dog

De openingsscène van deze film is één van de mooiste die ik ooit heb gezien. Een roedel honden stormt van een heuvel af naar een weg beneden, waar een bus vol mensen omver dondert. Gefilmd in de Gobi-woestijn, wat een landschap.
In de bus zit een voormalige bajesklant die zijn leven weer probeert op te pikken in een stad die op het punt staat te worden geëvacueerd. Daar begint bij een letterlijke pissing contest met een grote zwarte dobermann. De twee worden onafscheidelijk maar raken in conflict met een criminele bende, die nog een rekening met de man te vereffenen heeft.
Visueel verbluffende film met meer dan een knipoog naar European westerns, de films van Jacques Tati en Buster Keaton en de stripboeken en films van Alejandro Jodorowski. Geestig en zeer onderhoudend.
4) Paul Thomas Anderson: One Battle After Another

Een rollercoaster van een anti-autoritaire film, fantastisch gefilmd en gemonteerd, weergaloze acteurs, spannend, geestig, meeslepend. Het beste vind ik Benicio del Toro. Zo zelfverzekerd laconiek en grappig.
Een film die ook een beetje geruststelt. Zo van: Dit heb je gelukkiog ook nog in het MAGA-Reich.
3) Ryan Coogler: Sinners

Sinners is waanzinnig cool, broeierig en sexy. Richard Brody van The New Yorker ziet er een allegorie in over culturele toeëigening van zwarte muziek door Ierse vampieren, maar ik zie het anders. De zwarte en Ierse Amerikanen lijken eerder tot elkaar veroordeeld als onderdrukte minderheden en de vampiers assimileren hun slachtoffers weliswaar op bloederige wijze, maar niet zonder affectie.
Hoe dan ook, de film gaat over vampieren en racisme, over de geschiedenis van zwarte Amerikanen maar vooral ook heel erg over muziek.
Ergens op de sociale media schreef iemand dat in zijn hoofd Sinners deel uitmaakt van hetzelfde universum als de televisieserie Lovecraft Country en ja, dat zie ik wel.
2) Guillermo del Toro: Frankenstein

Ik las zo’n domme bespreking over deze film. Ik zal niet zeggen van wie, want dat vind ik lullig voor Francisco van Jole, maar die was dus eerst het boek gaan lezen en vond dat veel beter. Bovendien heeft Guillermo del Toro er een christelijke boodschap in gestopt en dat deugt volgens hem ook niet.
Frankenstein is zoveel meer dan het boek van Mary Shelley. Ik nam eigenlijk altijd aan dat iedereen bij de naam denkt aan de films uit de jaren 30, met Boris Karloff als het monster. Sindsdien zijn er meer films, strips, kunstwerken, theaterstukken en wat niet al gemaakt en heeft zo’n beetje elk mens zijn eigen versie van Frankenstein in zijn hoofd zitten, waar die ook zijn eigen betekenis aan geeft.
Zo ook Guillermo del Toro. Zijn film is eigenlijk een ode aan alle Frankensteins die er bestaan en verder een feest voor geeks als ik. Ik zag verwijzingen naar James Whale (die de jaren-30-films regisseerde), aan illustrator Bernie Wrightson (heb ik een keer Indonesisch mee gegeten!) en nog veel meer. Zelfs de parodie van Mel Brooks zag ik gerefereerd. De film zit vol dubbele bodems en betekenis en het ziet er allemaal waanzinnig mooi uit.
Bovendien is het een film over hartstocht, obessie, waanzin, haat en ja, uiteindelijk ook over genade en vergeving. De film is beter dan het boek. Niks ten nadele van Mary Shelley, die schreef op 19-jarige leeftijd een rete-slim verhaal, maar wel vol romantische tropes en vooroordelen die je ook vindt in het 80 jaar eerder geschreven Candide van Voltaire.
1) Akiko Oku: She Taught Me Serendipity

Akiko Oku’s films spreken me enorm aan. Ze zijn humanistisch met een vleugje wreedheid en een flinke scheut grilligheid. Ze gaan altijd over de liefde, maar Oku vermijdt romantische clichés. Ze gaan over echte mensen, al zijn ze ook altijd wel een tikje bevreemdend. Maar misschien is het dat juist, dat Oku’s films zo echt maakt.
She Taught Me Serendipity is haar beste film tot nu toe. Ik zag ‘m twee keer op het Camera Japan-festival, de tweede keer omdat ik wilde dat Hassnae ‘m ook zag. Mijn favoriete filmscène van het jaar zit er in, die waar twee eikels doorheen zaten te kakelen omdat ze vonden dat er sprake was van ‘stalking’.
Tja, het gaat dus over echte mensen die soms dingen doen die jij stom vindt. Ik vind de scène ontroerend en Hassnae is het me eens. De hele film, over een onzekere jongeman die verliefd wordt op een mooie, sympathieke studiegenoot en geen acht slaat op het geflirt van zijn extroverte collega in het badhuis waar hij werkt, is ontroerend en soms een beetje gênant. Ik herken mijn jongere zelf wel een beetje in die jongen.
Oku houdt van haar personages, maar ze spaart ze niet. De film is licht van toon maar af en toe ook best zwaar en aangrijpend. Mensen zijn soms gemeen tegen elkaar, maar daarna weer heel sympathiek. Ze geven elkaar ook troost en steun, ze markeren hun eigen territorium, maar zijn ook constant op zoek naar wat ze gemeenschappelijk hebben.
Het is de enige film waar ik dit jaar een brok van in mijn keel kreeg en daarom is het wat mij betreft de film van het jaar.
Film Reviews, Lists, Peter Breedveld, 22.12.2025 @ 19:16






RSS