Stilte op het Museumplein
Johannes Bongers
Illustratie: Rina Yoshioka.
Ondanks het wereldwijde afgrijzen over de genocide op het Palestijnse volk – hun leven, hun grond, hun cultuur en hun herinneringen worden hun ontnomen – is de Nederlandse kunstwereld stil. Stiller dan stil, kunst kan of mag van zichzelf niets zeggen. Hieronder leest u hoe ik de kunstwereld twee jaar geleden beschreef, ik hoorde de laatste schreeuwen voor aandacht voor het allergrootste onrecht van deze generaties. De laatste schreeuwen waarvan ik dacht dat het de eerste zouden zijn, en dat kunst kon laten zien waartoe zij in staat is. Deze schreeuwen voor aandacht bleken een doodsreutel. Zoals de moderne kunst na de Holocaust is ontstaan – het abstract expressionisme is een stroming waarvan het Stedelijk Museum de mooiste werken heeft en waaraan zij haar reputatie heeft te danken – zal de kunst na vandaag zich moeten richten over haar onvermogen om op te staan tegen zoveel gruwelijkheid.
De drie musea op het Museumplein in Amsterdam zijn vorig weekend beklad met rode verf.
Op de foto ziet het eruit alsof een verfkogel tegen het glas is afgevuurd. Deze actie is opgeëist door workers for Palestine. Met de bekladding klagen zij de kunstinstituten aan voor het gebrek aan solidariteit met de Palestijnse bevolking, zij spreken van een Gaza-genocide. Kunstinstellingen zouden alleen bezorgd zijn als het voormalige koloniën betreft, maar spreken zich niet uit voor een staakt-het-vuren in de Gazastrook. Musea moeten een verklaring afgeven waarin “onvoorwaardelijke steun wordt betuigd aan de onderdrukten”. “Zonder een eis voor een staakt-het-vuren hebben musea bloed aan hun handen”.
Performatief en onoprecht
Ik ondersteun de kritiek op instellingen van moderne kunst over het gebrek aan werkelijk engagement in zowel de analyse en in de reactie op onrecht. Het engagement van de moderne kunstinstellingen is performatief en met deze onoprechtheid tasten zij alle kunst aan die zij tonen en mogelijk maken. Terwijl de kunstorganisaties vandaag de dag hun mond vol hebben over meerstemmigheid en veiligheid blijkt het voor hen moeilijk om naar voren te stappen, wanneer het er echt op aan komt en wanneer het niet op het conto van identiteit kan worden weggeschreven. De context blokkeert hen. Wanneer musea zich wel zouden uitspreken liggen grote controverses op de loer. In het bijzonder voor het Stedelijk Museum in Amsterdam, de andere musea op het Museumplein hebben sowieso niet veel last van werkelijk engagement al volgen ze braaf de antikoloniale trend. Het Stedelijk moet omgaan met het Amsterdamse stadsbestuur, de politiek en media en niet te vergeten de sponsors. Het Stedelijk Museum put daarnaast uit een groot netwerk in Duitsland waar kritiek op Israël niet wordt gewaardeerd.
Een allerlaatste oprisping die vals bleek te zijn
Bakunin’s Barricade is een installatie van de Koerdisch-Turkse kunstenaar Ahmet Öğüt en bestaat uit een barricade opgebouwd uit hekwerk, wrakstukken, bouwmateriaal en kunstwerken van o.a. Nan Goldin, Malevich en Marlene Dumas. De barricade is geïnspireerd op een voorstel van anarchist Mikhail Bakunin (1849) om kunst te gebruiken als fysiek schild tegen staatsgeweld. Bij aankoop in 2020 bevatte het contract een clausule: het werk mocht uitgeleend worden voor protesten of demonstraties van extreme, sociale of politieke bewegingen.
In mei 2024 vroeg een groep kunstenaars en activisten – the Not Surprised Collective – het museum de barricade te lenen om hiermee protesterende pro-Palestijnse studenten in Amsterdam te beschermen. Daarmee boden zij het Stedelijk de kans politiek en sociaal relevant te zijn. Het Stedelijk weigerde en bood in plaats daarvan alleen replica’s aan – zonder dat publiek dit zou weten – wat door het collectief als misleidend en performatief werd gekwalificeerd. De kunstenaar zelf eiste later zelfs de verwijdering van zijn werk uit het museum, omdat de weigering en de institutionele blokkade ingingen tegen de kern van het werk – dat kunst wél buiten het museum moet kunnen spreken en ingrijpen. Kunst die zich tegen Israël zou uitspreken, en die misschien beschadigd zou worden door de ME, werd actief de mond gesnoerd door het Stedelijk Museum. “We too are shocked and saddened by the ongoing violence and loss of so many lives” verklaarden ze performatief in juni 2024.
Museumplein
De huidige directeur van het Stedelijk Museum, Rein Wolfs, was ook jarenlang directeur van het Museum Fridericianum in Kassel. Het grote plein voor dit museum, het hoofdplein van de Documenta 15 in 2022, was ooit zijn Duitse museumplein. Nu stond op dit centrale plein People’s Justice van de Indonesische kunstenaarsgroep Taring Padi opgesteld. Ze eisten met dit radicale punk-werk de aandacht op voor het onrecht van de minstens 500.000 tot een miljoen vermoorde communisten in de jaren ‘60, een massamoord opgezet door Soeharto en ondersteund door internationale geheime diensten.
Het enorme kunstwerk werd twee dagen na de opening, eerst afgeplakt en later verwijderd omdat er, piepklein maar groot genoeg voor de Duitse massamedia, een veronderstelde antisemitische trope zichtbaar was: een Israëlische Mossad-agent in SS-uniform. De Duitse regering leverde in die tijd wapens aan Soeharto. Het werk was al twintig jaar oud en de Indonesische kunstenaars zijn puur anti-racistisch:
“The imagery that we use is never intended as hatred directed at a particular ethnic or religious group, but as a critique of militarism and state violence. We depicted the involvement of the government of the state of Israel in the wrong way – and we apologize. Antisemitism does not have a place in our hearts and minds” schreef Taring Padi na de opening van Documenta.
Moslims hebben niets met de Holocaust van doen gehad
Wat nieuw was aan deze Documenta, en wat de politieke en culturele gemeenschappen opschudde, was dat de organisatoren en de kunstenaars voor het eerst moslim waren, en de regie hadden. “Wat er nu op de Documenta in Kassel gebeurt, is geen antisemitisme maar islamofobie” schreef NRC in een interview met de Australische kunstenaar Richard Bell, wiens werk op Documenta 15 te zien was.
‘Moslims dringen de westerse cultuur binnen en verdrijven de Joden’, was het frame dat door de Duitse politiek en media werd neergezet. De moslims, net als nu in Gaza, krijgen de antisemitische kaart toegespeeld terwijl zij niets met de Holocaust van doen hebben gehad. Het is juist Duitsland waar dit alles zich afspeelt, en dat niet kan omgaan met de eigen misdaden. Misdaden waarvoor geen taal toereikend is, zodat de schuld op anderen kan worden afgeschoven. De massamediale explosie die door dat detail werd uitgelokt werd georganiseerd door de Duitse Israel-lobby en het Duitse Bild, en overschreeuwde alle onrecht waarvoor de kunstenaars aandacht vroegen.
Hoewel Indonesië ooit een Nederlandse kolonie was, en Amsterdam daarmee rijk is geworden, en er een gewelddadige relatie mee heeft gehad, en Nederland eindelijk naar de stem van de Global South kon luisteren, bleef de Nederlandse kunstwereld en de Amsterdamse musea, en Rein Wolfs, in deze ophef stil. De Indonesische kunstenaars waren in een botsing van culturen gekomen, maar werden door het stilzwijgen aan de kant van de misdadigers gezet, terwijl zij juist de slachtoffers waren en daarvoor aandacht vroegen. Anders dan de workers for Palestine suggereren, beschouwen Nederlandse kunstinstituten niet alleen Palestijnen maar ook Indonesiërs als tweederangs.
I Will Survive
Hito Steyerl is een Japans-Duitse kunstenaar en werd door de Indonesische curatorengroep ruangrupa als enige Duitser uitgenodigd deel te nemen aan deze Documenta 15. Zij verliet echter voortijdig de Documenta vanwege de ophef rond het werk van Taring Padi – ze stond niet achter deze Indonesische kunstenaars – en keerde het onrecht en de opstand van de kunstenaars de rug toe. Op de valreep van de Documenta 15 opende Rein Wolfs in zijn Stedelijk Museum nog in diezelfde maand Hito Steyerl’s solotentoonstelling I Will Survive.
10.000 doden in Gaza
Terwijl workers for Palestine verf tegen de ramen gooien, is binnenin het Stedelijk Museum een overzicht te zien van het werk van Nan Goldin, een Amerikaanse kunstenaar. In een open brief van 19 oktober 2023 speciaal gericht aan kunstinstellingen – OPEN LETTER FROM THE ART COMMUNITY TO CULTURAL ORGANIZATIONS – roepen Goldin en 1400 kunstenaars op om in actie te komen tegen de acties die Israël op dat moment in Gaza uitvoerde. Dat was nog voor de 10.000 doden als gevolg van de bombardementen van Israël op Gaza. De kunstenaars eisen dat de institutionele stilte rond de aanhoudende humanitaire crisis waarmee 2,3 miljoen Palestijnen in de bezette en belegerde Gazastrook worden geconfronteerd, onmiddellijk wordt doorbroken.
Nan Goldin organiseerde eerder in het Guggenheim Museum in New York het verzet tegen de toenmalige hoofdsponsor Sackler, die de opioïdecrisis in de VS heeft aangestoken. Zij was er ooit zelf ook aan verslaafd en door haar actie verdween de naam Sackler van het toneel. Dat is materieel engagement: inspirerend en politiek van betekenis en mede de aanleiding voor de grote solotentoonstelling die ze nu heeft in het Stedelijk Museum. Maar wat Goldin hier vandaag te zeggen heeft, daar wordt door het museum niet naar geluisterd. Zowel het artistieke als het morele leiderschap van Rein Wolfs is onvergeeflijk. Zijn enorm grote Duitse netwerk blijft onaangetast, en hij kan daar na zijn pensioen in Nederland weer ongeschonden aan het werk.
Wij geven de musea op
Binnen en buiten het museum maant Nan Goldin de directie van het Stedelijk Museum op te komen voor de Palestijnen en van buitenaf gooien workers for Palestine rode verf op de ramen om hiertoe op te roepen. Maar het blijft weer stil op het Museumplein. De instellingen van moderne kunst staan de eigentijdse kunst in de weg om te kunnen bijdragen aan verandering voor Noord én Zuid, om zich te bevrijden uit de status-quo en om weerstand te bieden aan de dominante ideologie van sociale massamediale technologie die burgers hun handelingsvermogen ontneemt. Het is de allerhoogste tijd – wij geven de musea op – om het Museumplein in Amsterdam open te stellen als een nieuwe plaats voor eigentijdse kunst. Kunst die met het leven is verbonden, die politiek én radicaal mag zijn en die vrij is van de markt.
Johannes Bongers is kunstenaar-onderzoeker bij Boolean Works (sinds 1991). Hij werkt op het snijvlak van kunst, filosofie en politiek. Oprichter van o.a. technotlogy.com, sooos.org, en andsterdam.nl.
Johannes Bongers, 05.09.2025 @ 10:06